Van carrièrevrouw naar chronisch ziek: mijn nieuwe leven met Boris aan mijn zijde
- Miek Naessens
- 20 aug
- 2 minuten om te lezen
Mijn naam is Miek, en ik ben ziek. Sinds mijn vijftigste is mijn gezondheid bergaf gegaan. Waar ik vroeger een bruisend leven leidde — als carrièrevrouw met een druk sociaal leven — ziet mijn wereld er vandaag heel anders uit. Dit is mijn dag: van acht tot achttien uur. Daarna ga ik, uitgeput en vol pijn, naar bed.

De eerste klap kwam onverwacht: diabetes type 1. Plots, zonder waarschuwing. Ik moest razendsnel leren insuline spuiten en koolhydraten tellen. Niet evident voor iemand die nooit uitblonk in wiskunde. Eén eenheid insuline per 12,5 gram koolhydraten — begin er maar aan. Maar zoals ik het ook in mijn job als CMO deed, pakte ik het efficiënt aan. Ik hield vol. Tot de volgende klap.
Hevige gewrichtspijn leidde tot de diagnose: polyartrose én een tentatieve diagnose van systemische lupus (SLE). Mijn lichaam riep keihard "stop", terwijl mijn hoofd nog "doorgaan" wilde. Ik crashte. Fysiek én mentaal. Mijn motto "niet gaan bestaat niet" hield geen steek meer — want ik kón niet meer.
De dagen werden zwaar. Concentratie was zoek. Moeheid overheerste. Mijn geliefde activiteiten — tennissen, fietsen, werken, op restaurant gaan — verdwenen één voor één. Mijn wereld werd klein. Ik voelde me verloren.
Maar toch… is mijn wereld ook weer wat groter geworden. De echte vrienden bleven over. Zij verplaatsen hun feestjes naar de middag zodat ik erbij kan zijn. We lunchen in plaats van dineren, drinken koffie tijdens ochtendwandelingen in plaats van nachten door te halen. Mijn familie is een rots: mijn twee fantastische dochters, mijn ouders die de tachtig al voorbij zijn, mijn zus en haar gezin, en mijn warme netwerk van vrienden, ex-collega’s, neven, nichten, nonkels en tantes.
En dan is er Boris. Mijn hulphond. Opgeleid door Argos Assistance Dogs. Hij is mijn anker. Hij helpt me met de boodschappen, trekt me recht als ik val, meldt mijn hypo's, brengt medicatie, en drukt het alarm in als ik bewusteloos ben. Dankzij hem ga ik weer naar buiten. We trekken er samen op uit met onze campervan — ons "klein huisje". Door Boris durf ik weer op avontuur.
Mijn leven is veranderd. Veel is weggevallen. Maar wat gebleven is — en wat erbij gekomen is — blijkt zoveel waardevoller dan ik ooit dacht.



Opmerkingen